Afbeelding op een brief (28 Ventose jaar III, 13/03/1795) van 'De Representen des Volks by de Legers van het Noorden ende Sambre ende Maes'. OCMW-archief Brugge. Fonds Berg van Barmhartigheid/Liefdadigheid.

Briefhoofd van de gemeentelijke administratie van Damme aan het Bureel van Weldadigheid van Brugge (22 Pluviôse VIII, 10/02/1798). OCMW-archief Brugge. Bureel van Weldadigheid. Verkoop van bomen, doos 27

De citoyen beschikt. Nieuwe structuren. Nieuwe besturen.

 In 1796 en 1797 werden op gemeentelijk vlak de Commissie van de Burgerlijke Godshuizen (C.B.G.) en het Bureel voor Weldadigheid (B.v.W.) door de Franse bezetter bij wet opgericht om het plaatselijke sociale beleid te coördineren. Terwijl de rol van de eerste  was om de instellingen die bevoegd waren voor zieken- , gehandicapten-, bejaarden- en wezenzorg te beheren, bestond de taak van de tweede uit het verlenen van steun aan de behoeftigen thuis. Beide diensten werden in 1925 samengevoegd in de Commissie voor Openbare Onderstand en in 1976 werd uiteindelijk het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn opgericht.

In de bewaarde notulen in het O.C.M.W.-archief Brugge kan de beginnende uitbouw van deze op gemeentelijk vlak gecentraliseerde structuur op de voet gevolgd worden.

De leden van C.B.G. en B.v.W. werden aangesteld door het stadsbestuur. Op de eerste vergadering van C.B.G. (5 thermidor jaar VI, 23 juli 1798) delen de vijf aangestelde leden (Denijs De Brauwere, Charles De Schietere de Caprijke, Philippe Van Overloop, De Colnet en Thomas Van Vijve) mee dat ze hun benoeming aanvaarden en verkiezen unaniem ‘citoyen’ De Schietere-Caprijcke als voorzitter. Op 20 fructidor van het jaar VI (6 september 1798) wordt ‘citoyen’ Eugène Gouban, als ‘homme de loi habitant de cette commune’, verkozen tot secretaris en deze aanvaardt deze functie maar verklaart weinig te kennen van de Franse wetgeving. Alhoewel de secretaris mag betaald worden voor zijn functie zegt hij dat hij zijn taak ten voordele van de armen gratis wil uitoefenen. Nadat op10 brumaire jaar VI (31 oktober 1797) door het gemeentebestuur een lijst met de instellingen waarvoor C.B.G. verantwoordelijk is wordt bezorgd, kunnen hun werkzaamheden van start gaan.  Hun eerste vergaderingen gaan door in de lokalen van het St.-Janshospitaal en vanaf 8 november 1797 in het godshuis St.-Niklaas, omdat deze lokalen meer geschikt zijn voor hun vergaderingen en het bureel van hun secretariaat te vestigen. Er wordt ook beslist om hun vergaderingen elke woensdag om 15 uur te laten doorgaan, terwijl het secretariaat open zal zijn op maandag, woensdag en vrijdag van 9 tot 17 uur, om de vragen aan de commissie te ontvangen.

Het B.v.W. start op 21 brumaire van het jaar VIII (12 november 1799). Het gemeentebestuur van Brugge was duidelijk niet haastig om de oude structuur van steunverlening aan huis aan de armen, voordien georganiseerd via de parochiaal gestructureerde diswerkingen, te centraliseren onder B.v.W. De eerste   voorzitter was de Brugse advocaat Jacques Van De Walle, maar reeds op 4 nivose van het jaar VIII (25 december 1799) neemt hij via een brief ontslag wegens zijn vele andere bezigheden. De andere vier leden van B.v.W. zijn Jean-Baptiste Goddyn, J. Vannieuwenhuyse, Joseph Volckaert en J. Vanoutryve. Deze laatste vervangt J. Van De Walle als voorzitter ad interim. B. Van Severen wordt aangesteld als schatbewaarder. Op 4 germinal van het jaar VIII (24 maart 1799) meldt schatbewaarder Van Severen dat hij bezoek heeft ontvangen van ‘citoyen’ Charles de Madrid, die hij heeft gevraagd om secretaris te worden van B.v.W., maar deze weigerde. Omdat een secretaris noodzakelijk blijkt, wordt de vraag gesteld aan ‘citoyen’ De Stoop om deze functie op te nemen en deze aanvaardt.

Het valt op dat de eerste leden van beide commissies behoren tot de rijkere revolutionaire Fransgezinde Brugse milieus (Jacobijnse Club, Société Litteraire, …).

Zo was b.v. Charles de Schietere de Caprijcke burgemeester van Brugge na de Brabantse Revolutie (1789-1790) tegen het Oostenrijks gezag en de hervormingen van Jozef II. Door de terugkeer van de Oostenrijkers moest hij aftreden als burgemeester, maar als de Fransen terug binnenvallen wordt hij opnieuw burgemeester in 1793 tot 1795. Tevoren was hij ook al raadslid (1743) en schepen (1749) geweest in Brugge.  Hij was na de eerste Franse inval (november 1792 tot maart 1793) één van de notabelen die, in de ijdele hoop dat de Fransen de onafhankelijkheid brachten, rond de vrijheidsboom op de Markt ‘dansten als sprinkhanen’. Deze laatste burgemeester van het Ancien Régime is  ook bekend als ‘beschermheer’ van de Brugse Arme Klaren en hun patrimonium, als voogd van het St.-Janshospitaal, als gouverneur van de St.-Elisabethschool voor weesmeisjes en van de Berg van Barmhartigheid en als voorzitter van de Brugse Kunstacademie tot hij zijn ontslag geeft door een ‘schandaal rond homoseksualiteit’ onder de Brugse schilders in deze academie (o.a. Garemijn, P. De Cock, P. Le Doulx, A. Suveyns, J. Legillon).

Onder invloed van de Franse Revolutie kreeg de bestuurlijke structuur van het Ancien Régime (kerk, ambachten, …) rake klappen, waardoor de geschiedschrijving van deze periode sterk gepolariseerd was en men ofwel op een positieve manier ofwel op een negatieve manier deze geschiedenis beschreef. Zo noteerde Jozef Van Walleghem, vroegere deken van het Brugse wolambacht, op 9 februari 1795 in zijn dagboeken: ‘dit alles doet voorsien dat de Fransche het groot ontroovende, aen het gepeupel het kleijne willen voor niet geven, om vroeg of laet door dezelve niet overrompelt te worden’.

Bronnen:

O.C.M.W.-archief. Commissie Burgerlijke Godshuizen, processen-verbaal (boek 1) en Bureel van Weldadigheid, processen-Verbaal (boek 1).

Verschaeren, J. Burgerlijke Godshuizen, Burelen van Weldadigheid, Commissies van Openbare Onderstand en Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. Organisatie, bevoegdheden, archiefvorming. Archives générales du royaume et archives de l’état dans les provinces. Miscellanea archivistica manuale, n°46. Bruxelles, 2001.

Vanden Berghe, Y. Jacobijnen en Traditionalisten. De reacties van de Bruggelingen in de Revolutietijd (1780-1794). Pro Civitate, Historische Uitgaven, n° 32, 1972.

Vanden Abeele, A. De “geestelijke vaders en moeders" van het klooster der Arme Klaren Coletienen in Brugge, in: Biekorf, 2003, p. 110-130.

Van Walleghem, J. Merckenweerdigste voorvallen. Brugse Geschiedbronnen uitgegeven door het Gemeentebestuur van Brugge, 1997.

Omzetting data Franse Revolutionaire Kalender naar Gregoriaanse Kalender: Gevaert, Fr. De Republikeinse Kalender, UGA, 1965.

 (gepubliceerd in Onze Gazette, 2012/3, pp.6-7)

Briefhoofd Stadsbestuur Brugge (Departement van de Leie). OCMW-archief Brugge. Bureel van Weldadigheid. Verkoop van bomen, doos 27.

Briefhoofd (28 Ventose jaar III, 18/03/1795) met een allegorische voorstelling van de Franse Revolutie. OCMW-archief Brugge. Fonds Berg van Barmhartigheid/ Liefdadigheid.