Geschiedenis van het Bureel van Weldadigheid Brugge (Jaar VIII van de Franse Republiek-1925) (in aanmaak)
Na de aanhechting van de Belgische gewesten in 1792 werd dit grondgebied een onderdeel van Frankrijk totdat Napoleon I werd verslagen in Waterloo (1815). Hierdoor was de Franse revolutionaire wetgeving ook hier van kracht. In het lokale sociaal beleid werden het Bureel van Weldadigheid (BvW) en de Commissie van Burgerlijke Godshuizen (CBG) de hoofdrolspelers. Het Bureel van Weldadigheid zorgde in grote lijnen voor de 'armenzorg' aan huis en de Commissie van Burgerlijke Godshuizen beheerde ziekenhuizen, instellingen en bejaardenopvang. Maar hiertussen bevindt zich een grijze zone waardoor deze twee organisaties vaak in discussie waren over wie voor wat verantwoordelijk was. Naast een onderscheid in het aantal middelen dat deze organisaties ter beschikking kregen, leidden o.a. deze discussies vaak tot een armenzorg die weinig effectief was en mensen enkel liet overleven in plaats van ervoor te zorgen dat ze structureel een beter leven konden leiden.
De Franse revolutionairen wilden met deze nieuwe benadering van het sociaal beleid de vroegere structuren van de armenzorg afbreken omdat die niet echt effectief waren en er hierbij een sterke vorm van vriendjespolitiek meespeelde. Ook wilde men de invloed van de kerk hierin verminderen (laïcisering) door de installatie van een overkoepelende structuur waarin deze organisaties alles coördineerden. Zo wilde men bereiken dat de armen-,zieken-, bejaardenzorg en de ruimere sociale zorg tegemoet kwam aan de noden van alle burgers, onafhankelijk van de plaats waar ze woonden. De kerkelijke goederen werden deels verbeurd verklaard, werden beschouwd als 'nationale goederen' en werden grotendeels toegewezen aan BvW en CBG om hun steunverlening en hun werking te betalen. Deze structuur werd behouden tot 1925, wanneer BvW en CBG moesten samensmelten in de Commissie van Openbare Onderstand. Zo waren BvW en CBG de rechtstreekse voorlopers van de COO (1925) en het huidige Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Werk (OCMW)(1976).
Vanaf eind 2015 werd voor de eerste maal de geschiedenis van het BvW Brugge bestudeerd via de notulen en de documenten die zich bevinden in het OCMW-archief van Brugge. Doel is om deze documenten gemakkelijker toegankelijk te maken. Een trefwoordenlijst wordt momenteel opgesteld op alle onderwerpen waarvoor het Bureel van Weldadigheid van Brugge verantwoordelijk was en zich mee bezig hield. In deze trefwoordenlijst worden ook de namen van de mensen vermeld die steun ontvingen van deze organisatie of op één of andere manier betrokken waren in deze organisatie. Hiermee hoop ik dat het Bureel van Weldadigheid een meer evenredige plaats inneemt dan momenteel en als geheel vlotter kan bestudeerd worden door het wetenschappelijk onderzoek. Tot op heden werd het Bureel van Weldadigheid veelal beschouwd en behandeld als het klein broertje van de Commissie van Burgerlijke Godshuizen, maar BvW coördineerde wel de 'armenzorg' aan huis en onderhield de contacten met de kleine man. Het grootste deel van de bevolking kwam ooit wel eens in contact met deze organisatie door bv. zwangerschap, wegvallen van de kostwinnaar, ziekte, ...